De RB Podcast

Dick Molenaar: BTW en andere fiscaliteit rondom cultuur en sport

Het Register Belastingadviseurs

In de media is het de laatste tijd vooral gegaan over het idee om binnen de cultuursector de btw te verhogen. Maar wanneer we het hebben over de fiscaliteit rondom DJ’s, podia/festivals, toneel en theater, klassieke muziek, radio en televisie en sporters met hun wedstrijden/toernooien, dan hebben we het natuurlijk over veel en veel meer. Sterker nog: da’s een waar fiscaal specialisme. En dus wijden wij er een hele RB Podcast aan. Met een échte specialist: Dick Molenaar. Belastingadviseur binnen All Arts uit Rotterdam en onderzoeker binnen de vakgroep Fiscaal recht aan de Erasmus Universiteit in uiteraard dezelfde stad. In gesprek met Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken bij het RB en de vaste host van de RB Podcast.

Regelmatige luisteraar van de RB Podcast? Laat ons weten wat je er van vindt én stuur ons suggesties voor nieuwe afleveringen

Speaker 1:

De basis is natuurlijk want we hebben het nu over alle uitzonderingen gehad maar de basis is natuurlijk toch gewoon administratie, is toch gewoon btw, facturen, btw-aangifte, jaarrekening. Ik bedoel, dat is ook bij artiesten en sporters, als ze zelfstandig zijn, is dat natuurlijk ook gewoon de basis, en dat kan je heel goed doen. Ik zou zeggen, voor die artiestenregeling binnen Nederland, daar kan je best wel in verdiepen, en dan kan je ook wel als gewone adviseur, die dat niet als specialist doet, kan je ook best wel uitkomen. Maar het buitenland, internationaal, dat is echt wel een specialiteit, en ja, dan misschien is het goed, om voor dat stukje een specialist in te huren Of advies over te krijgen. Maar om nou te zeggen, ja, ik kan voor een artiest of een sporter werken, daar moet ik maar niet aan beginnen, want er zitten zoveel bijzonderheden in. Nee, dat zou ik niet zeggen. Dat kunnen gewoon, de leden van de RB kunnen dat gewoon doen.

Speaker 2:

Welkom bij de RB-podcast, een initiatief van het Register Belastingadviseurs, de grootste beroepsvereniging van fiscalisten, die werken voor het MKB. Hordevol kennis, inzicht, gedeelde ervaring en actuele ontwikkelingen, met elke week een nieuwe aflevering als fiscaal eikpunt in een permanent veranderende wereld. Fijn, dat je luistert. In de media is het de laatste tijd vooral gegaan over het idee, om binnen de cultuursector de btw te verhogen. Maar wanneer we het hebben over de fiscaliteit rondom djs, podia's, festivals, toneel en theater, klassieke muziek, radio en televisie en sporters met hun wedstrijden en toernooien, dan hebben we het natuurlijk over veel en veel meer. Sterker nog, dat is een waar fiscaal specialisme, en dus wijden we er een hele RB-podcast aan Met een echte specialist, dick Molenaar, belastingadviseur binnen All Arts uit Rotterdam En onderzoeker binnen de vakgroep Fiscaal Recht aan de Erasmus-Missionariteit in uiteraard dezelfde stad, in gesprek met Sylvester Schenk, directeur Fiscale Zaken bij het RB en de vaste host van de RB-podcast, Dick Sylvester.

Speaker 2:

Van harte welkom in de RB-podcast.

Speaker 1:

Dankjewel. Dankjewel voor de uitnodiging. Ja, leuk, dat je er bent.

Speaker 3:

Ja, dick, dick welkom. Je werd in de aankondiging al aangekondigd als specialist op het gebied van sporters en cultuur. Zou je op het begin eens kunnen uitleggen, waarin die bezigheden zich nou onderscheiden van reguliere bouwvakkers, adviseurs? Noemt u maar op, wat er allemaal op dat gebied te bedenken valt.

Speaker 1:

Wat maakt een sporter, wat maakt een artiest fiscaal bezien, anders? Nou, er zijn heel veel gelijkenissen, maar de echte verschillen zitten in dat zelfstandige artiesten sporters niet meer sinds 2007, maar zelfstandige artiesten onder de zogenaamde artiestenregeling vallen. Dat wil zeggen, als ze gaan optreden, dan zijn ze fictief werknemer, laten we maar zeggen, dan moet de loonbelasting worden ingehouden, terwijl ze zelfstandig zijn. Dat is een echte grote bijzonderheid, want er zijn heel veel mensen zich niet van bewust, dat ze dan iets moeten doen, als ze dat niet willen. Ze worden verloond, of als ze dat niet willen, moeten ze daaruit stappen. Dat is wel echt een bijzonderheid. Wat ook wel anders is in de BTW, wat momenteel behoorlijk in het nieuws is BTW tarief, tarief op entreegelden, tarief op optredens. Dat is het lage BTW tarief. Waar zijn daar de grenzen in? Een behoorlijk deel van de cultuursector heeft te maken met subsidies, krijgt subsidies of fondsen, bijdragen. Daar zitten nogal wat bijzonderheden in. Kan je dan de btw aftrekken van je kosten en dergelijke Fiscale?

Speaker 3:

aspecten van subsidies is natuurlijk een vak apart.

Speaker 1:

Ja, maar dat komt in de cultuursector dus verhoudingsgewijs veel voller. En het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen, wanneer ben je de een, wanneer ben je de ander? Dus de wet DBA, de cultuursector, ook de sportsector, maar vooral de cultuursector, dat is het grootste percentage aan de zelfstandige werkzaam. Dus dat is ook een onderwerp, wat daarin terugkomt. En als je in het buitenland gaat werken als artiest of als sporter, dan krijg je anders dan een gewone zelfstandige krijg je met bronbelasting daar te maken, die je volgens de belastingverdragen niet kan ontgaan. Die moet je betalen, en die moet je dan terug in Nederland verrekenen. En daar is in het OESO-modelverdrag, waar alle belastingverdragen op gebaseerd zijn, is daar een speciaal artikel voor opgenomen, En dat is echt een bijzonderheid, dat is zo anders dan normaal. Daar moet je wel het nodige van weten, wil je daarmee overweg kunnen.

Speaker 3:

Dus in grensoverschrijdende verhoudingen. Aparte bepaling Is dat één bepaling voor sporters en artiesten.

Speaker 1:

Ja, dat artikel, Artikel 17 meestal in de belastingverdraag Gaat over artiesten en sporters. Dus, dat brengt ze dan fiscaal samen.

Speaker 3:

Nou gaf je net aan, in de cultuursector werkt een van de hoogste percentages zelfstandig Of quasi zelfstandig schijn. zelfstandig Laat ik graag in het midden, maar dan heb je het, neem ik aan. Niet over de artiesten, niet over degenen, die op het podium staan, een liedje zingen, dansje doen, maar ook over de geluidstechnicus en andere ondersteuners. Zeker, zeker.

Speaker 1:

Niet alleen maar de werkende zelf, dus artiesten en sporters, de cultuursector, artiesten, maar ook de mensen eromheen. Daar is vaak meer discussie over Kijk, of een artiest wel of niet in dienst is. Daar zijn wel grensgevallen in Musici, bij orkesten zijn in dienst, maar acteurs bij toneel, theatergezelschappen, daar is wel wat meer discussie over. Dj's zullen heel vaak zelfstandigen zijn, tenzij ze elke week in een discotheek draaien. Maar laten we zeggen, die afwegingen, daar heb je ook nog wel discussies over. Maar veel meer is het natuurlijk bij technici, bij mensen, die bij poppodia werken, bij medewerkers van festivals en dergelijke, waar heel veel gefactureerd wordt als zelfstandigen, maar waarvan je je kan afvragen, of dat wel echt zo is. Dus ja, daar speelt dat onderwerp echt behoorlijk hoor, en dat is natuurlijk nu een beweging En met dat de Belastingdienst weer gaat handhaven, heeft aangekondigd, weer te gaan handhaven, en het kabinet dat ook ondersteunt. Dus ja, dat is echt een actueel punt.

Speaker 3:

Maar artiest is wat ruimer in deze zin dan echt uitvoerend art.

Speaker 1:

Nou, je maakt er zelf wel het onderscheid tussen de cultuursector, waar iedereen in werkt, en een onderdeel daarvan zijn de artiesten, die optreden Ja. Dus zo moet je dat eigenlijk zien.

Speaker 2:

Maar dat betekent dat even tot het punt, wat je net maakte. Dat betekent, dat dat een behoorlijke impact kan hebben.

Speaker 1:

Ja, nee zeker, en ik bedoel, dat was, laten we zeggen, uit de tijd van de VAR-WUO, dus tot 2016. Toen was dat eigenlijk best wel duidelijk geregeld. Alleen, de Belastingdienst had niet de mankracht, om dat allemaal goed te handelen. Maar in de aanloop naar de wet DBA, die per 1 mei 2016 is ingevoerd Ja, heeft de cultuursector daar is ook veel over gepraat, en die hebben de discussie erover goed meegedaan, en dat is nu weer.

Speaker 3:

Het zijn natuurlijk hele interessante tijden voor sporters op dit moment, met de Olympische Spelen net achter de rug. Gisteren weer zo'n vaag toernooi in Amsterdam, de Confederation Cup kan dat.

Speaker 1:

Ja precies.

Speaker 3:

De fiscale aspecten daarvan. Dick Valt daar nog iets over te zeggen. Olympische Spelen bijzondere regeling. Nederlands elftal bijzondere regeling.

Speaker 1:

Nou, wat ik net zei, als sporters, artiesten, sporters in het buitenland gaan spelen, dus zoals bijvoorbeeld de Olympische Spelen, maar ook Champions League, europa League en dergelijke, maar ook golftoernooien en tennistoernooien en padeltoernooien en wat je allemaal hebt, waar je goed prijzengeld mee kan winnen, als je een beetje bovenin meedoet. Daar is dus de hoofdregel internationaal van dat je in het land, waar je speelt, dat je daar belasting moet betalen, als dat land een heffing heeft. Maar dat is meestal zo, sommige landen niet, maar de meeste wel. 180 dagen of zo kan je niet hebben. Nee, gewoon één dag, één toernooi, één wedstrijd daar spelen, en je valt onder die bronbelasting, als een land dat toepast. Nou, laten we zeggen, drie kwart van de landen heeft dat, heeft het recht, om te heffen, doet het ook, en dat moet je dan in eigen land zien te verrekenen. Maar daar is een hoop mee mis In de zin van dan ga je dus in tien verschillende landen spelen, en dan moet je uit al die landen de informatie krijgen over wat je daar betaald hebt, een belastingbewijs krijgen in Polen, in het Pools, in Japan, in het Japans, en snap je dat allemaal en verschillende percentages, en dan kom je terug in eigen land, en dan moet je die buitenlandse belasting verrekenen.

Speaker 1:

Ten eerste moet je dus het bewijs hebben, en ten tweede wat vervolgens blijkt, is, dan wordt er geheven van je prijzengeld of van je startgeld, maar je hebt natuurlijk kosten gemaakt van vluchten en management en een hotel en allerlei kosten. Dus je winst in Nederland is een heel stuk lager, dan wat je in het buitenland verdiend hebt. En dan blijkt vervolgens, dat je die buitenlandse belasting niet helemaal kan verrekenen, want Nederland geeft niet meer verrekening dan wat je in Nederland over die winst betaalt. Dus dan heb je hier, laten we zeggen, 30% belasting, en in het buitenland heb je 15% betaald. Maar als je kosten meer dan 50% zijn, dan schiet je erbij in, als je het bewijs al hebt, als je dus al kan verrekenen. Nou, dat is een onderwerp, daar heb ik in 2006 een Engels proefschrift over geschreven, over die problematiek, en laten zien, waar dat dan allemaal mis kan gaan. Dat heeft ertoe geleid, dat Nederland per 2007.

Speaker 1:

Die belastingheffing voor buitenlandse artiesten en sporters Eenzijdig heeft afgeschaft. Dus als ze naar Nederland komen En uit een land komen met een belastingverdrag, dan geeft Nederland het recht, om het te heffen, maar doet het niet Recht, om het te heffen, maar doet het niet, want Nederland zegt, de opbrengst is heel laag, het gedoe eromheen is heel hoog, en die artiesten en sporters hebben het risico, dat ze dubbel belasting moeten betalen. Dus wij willen dat niet. Dat doet andere landen ook inmiddels wel. Maar heel belangrijk is, dat de grote sporttoernooien dat ook zijn gaan doen.

Speaker 1:

Dus de Olympische Spelen nu in Parijs Afgelopen zomer, die hebben ook gezegd, wij heffen niet van die buitenlandse sporters, want het levert ons vrij weinig op. Het is veel gedoe, om dat allemaal uit te rekenen, en zij hebben ook nog het risico, dat ze ten eigen land niet goed kunnen verrekenen. Dus we stellen het liever vrij. Maar dat is wel een uitzondering, want als ik noem, wat twee weken later Joost Luijten op een golftoernooi speelt, nou, die mocht dan helaas niet meedoen met de Olympische Spelen, maar ondanks dat hij die procedure had gewonnen, maar mocht hij toch niet meedoen. Maar ja, als hij dan twee weken later, dan valt hij wel onder 15 procent Franse bronbelasting.

Speaker 3:

Dus het was ook alleen maar voor de Olympische Spelen, en dat is best raar, dat dat zo ongelijk is Zou dit soort organiseren, de comité's voor een WK, ek, misschien ook wel Olympische Spelen een soort van belastingvrijstelling eisen, voordat ze overgaan tot het organiseren van een toernooi in Juelen.

Speaker 1:

Dat is concreet aan de hand. Dus het IOC heeft tegen Frankrijk gezegd jullie mogen de Olympische Spelen hebben, maar Maar dit is het lijstje met de voorwaarden, en één voorwaarde is geen belasting heffen van de sporters, anders krijg je het niet. En dat doen ze sinds 2010 bij het IOC, sinds Vancouver in Canada. En de UEFA zegt voor de finale van de Champions League ook Die mag je organiseren, maar je moet wel afzien van die bronbelasting.

Speaker 3:

Maar goed, B2 op de kaartjes en zo. Dat blijft uiteraard gewoon staan.

Speaker 1:

Ja, dat proberen ze ook wel er vanaf te krijgen, maar dat doen landen dan toch gewoon niet. In de meeste landen is het zo, dat dat dan het lage B2 tarief is.

Speaker 3:

Misschien even een zijstapje. Wat is een sport? Je had het net over echte sport. Ik geloof, dat de Engelsen zeggen it's a good walk, Spoiled Breakdance. was dat geen hiphop op de Olympische Spelen?

Speaker 2:

Ja, die had ik, maar dat is, het zal de leeftijd wel zijn. Het is echt de leeftijd. Ik heb daarnaar gekeken, en ik dacht van, hé is dat topsport.

Speaker 1:

Ja, ken ik. Ja, ken ik. Ik vind dat meer een soort cultuuruiting eigenlijk Breakdance. Ik zag het ook op de Olympische Spelen. Ik vond het echt fantastisch. Het is ook echt heel knap, als je dat kan. Maar ik zie het meer als een artistiek optreden Dan dat ik denk, dat je daar een wedstrijd. Maar goed, dat is natuurlijk met paarden. sport, weet je wel, is dat natuurlijk turnen.

Speaker 2:

Het zit eigenlijk in die hoek. Natuurlijk Kan je vissen. Ik zag daar mensen dingen doen. Ik snapte er geen pepernoot van. Ik kon dus niet zien, of het goed was of niet goed was, of beter was, of wat dan ook?

Speaker 1:

Ik heb er eerlijk gezegd, ik was heel erg gebiologeerd Door de drie tegen drie basketbal, maar dat was, geloof ik, op dezelfde plek, maar dan een paar dagen eerder. Nee, nee, ik denk, dat het vergelijkbaar is met turnen. Ja, dat is een goede Ja. Nee, over wat? sport is fiscaal, daar is echt wel wat over te doen. Internationaal dus het OESO-modelverdrag en de belastingverdrag, dat heffingsrecht in het buitenland, dus het land, waar je speelt, daar heeft de OESO in het commentaar op artikel 17 gezegd, dat dat best wel ruim is. Dus dat ook schaken en bridge en zo eronder valt.

Speaker 1:

Denksporten eronder vallen. Dus de OESO heeft best wel een ruime opvatting ervan, alleen het Europees gerechtsof niet. Dus voor de BTW of de toeschouwers bij toernooien onder het lage B2-trief vallen of een vereniging onder een vrijstelling valt. Daarvan heeft de Europese gerechtshof gezegd, dat bridge geen sport is. Er is een zaak over de Engelse bridgebond geweest En heeft gezegd, je hoeft er niet voor te zweten. Dus dan is het geen sport, en dat is best wel vervelend, want dat betekent, dat er allerlei sporten. In Nederland zijn er ook kamervragen over geweest, en er staat dus iets van tien jaar geleden. De staatssecretaris heeft geprobeerd, om dat, om daar nog een mouw aan te passen, maar ja, die heeft ook pakzeil gehaald. Dat betekent, dat er geen vrijstelling mogelijk is voor die bonden of voor die verenigingen En voor die verenigingen, en dat het deelnemen eraan, dat dat onder het gewone B2W-tarief valt, en dat is ja. Ik vind dat een hele beperkte opvatting, maar ja, het Europees gerechtshof heeft het gezegd. Dus voor de B2W telt dat. Wat kun je anders dan nog?

Speaker 2:

Ja, daar kan je niet.

Speaker 1:

Je kan natuurlijk nog naar het Europese Hof van de Rechten van de Mensen, zou je misschien kunnen. Wij kennen dat in Nederland niet zo, want wij hebben natuurlijk helemaal geen grondwettelijke toetsing in Nederland, maar Duitsers bijvoorbeeld en Fransen, die weten dat veel beter, want dat kan daar wel. Maar dat is hiervoor niet gebeurd, of het was niet haalbaar. Maar ja, dat is wel een jammerlijke beperking van het Europees Golf.

Speaker 3:

Goed, misschien even over naar de praktijk van vandaag de dag. Wij zijn hier aan de vooravond van Prinsjesdag, het is vandaag donderdag.

Speaker 2:

Ja, nee, we nemen de donderdag voor Prinsjesdag op.

Speaker 3:

Maar ik neem aan, dat deze uitzending na Prinsjesdag wordt uitgezonden. Nou ja, we zitten natuurlijk met z'n allen met de billen tegen elkaar geknepen over de BTW.

Speaker 1:

Ja, in die zin dat, in het hoofdlijnakkoord van dit kabinet staat natuurlijk, dat het per 2026 wordt ingevoerd. Dus het is niet al per 1 januari aanstaande, maar 2026. Net zo vervelend. Alleen, er zit nog ruim een jaar tussen. Er kan natuurlijk nog van alles gebeuren.

Speaker 1:

Het is alleen wel zo, dat de staatssecretaris van Financiën al heeft gezegd de vorige keer in 2011,. Toen is ook de B2W verhoogd. Toen werd de eerste kabinet Rutte met gedoogsteun van de PVV, toen werd ook de B2W op entreegelden van cultuur verhoogd, en toen was er eerst een uitstel van een half jaar, maar ook dat werd er goedgekeurd. Dat alles, wat je in de voorverkopen verkocht, dat viel dan nog onder het lage btw-tarief. Kijk, voor de btw is het moment van de prestatie is bepalend. Dus, als je concert in het nieuwe jaar is, als de btw verhoogd is, maar je doet de voorverkoop in het huidige jaar, dan geldt de datum van prestatie voor het tarief. Maar als je een voorverkoop doet, moet je op dat moment al de btw afdragen. Dat is natuurlijk vervelend, en toen is er een goedkeuring geweest, dat die voorverkopen nog onder het toen bestaande tarief mochten vallen. Maar nu heeft de staatssecretaris gezegd ja, als wij het per 1 januari 2026 invoeren, heeft hij informeel gezegd, dan gaan we niet zo'n overgangsregeling doen. Dus dan vallen ook de voorverkopen eronder. Dus dat is jammer ervan.

Speaker 3:

Dus dat is wel een aandachtspuntje, als dit aangenomen mocht worden. Nee, we praten pas over 26, hè, ja, we praten over 26.

Speaker 1:

Nee, natuurlijk is er een aandachtspunt, want er wordt natuurlijk gepland voor 26, 27 wordt er al gepland, en heel veel optredens zijn of er worden partage afspraken gemaakt, dus dat de artiesten en een deel van de van de omzet krijgen, boven bepaalde garantie. Dat is in de theaters heel gebruikelijk, is een popmuziek heel gebruikelijk, zeker bij de grote artiesten. Dus ja, de, de moeten het. Daar moeten natuurlijk afspraak over gemaakt worden, over wat die garantie dan kan zijn. Want daar is, is die btw, is daar een belangrijke factor voor want dit soort concerten.

Speaker 1:

Die worden dusdanig lang gaat gespeeld, dat ja in de klassieke muziek echt heel lang in het theater wordt nu al lang. Wat is heel lang? nou, echt wel drie jaar van tevoren, vier jaar ontvoren. En in de theaterwereld is is de verkoop voor het seizoen 25 26 al volop bezig. Ja, ja dus te worden. Voorstellingen moeten voorbereid worden, geproduceerd worden. Mensen willen weten, waar ze aan toe zijn. En popmuziek, we worden er ook steeds verder van, maar dat is soms nog wel eens gewoon op drie, vier maanden van tevoren.

Speaker 3:

Over die BTW aanpassing, verhoging, hoe je het ook wil noemen, wordt door de sector moord en brand geschreeuwd. Vind je dat terecht, of is het eigenlijk normaal, dat deze mensen ook hun normale fiscale verplichtingen gaan?

Speaker 1:

Nou ja, moord en brand is ook een beetje overdreven, want het gaat natuurlijk alleen maar over geld. Maar kijk, het is 12% BTW-verhoging. Mijn visie erop is de prijzen in de cultuursector zijn momenteel op een soort marktevenwicht. Als je de prijzen zou kunnen verhogen, dan doe je dat nu al, want je wil eruit halen, wat erin zit, je wil, dat de zaal vol zit Of zo vol mogelijk zit. Dus je probeert in een soort evenwicht Het beste, de maximale opbrengst te krijgen. Ik zat bijvoorbeeld van het weekend Bij een toneelstuk in het theaterfestival in Amsterdam. Kostte 22,50 euro. Zou je denken, nou, dat is niet zoveel, Dat kan best omhoog, maar de zaal zat niet vol. Dus, als je 25 euro vraagt Of 27,50. Dan kan het best zijn, dat de zaal nog leeg zit, dat kan. Dus ik denk, dat er nu al een evenwicht is, en als de prijzen omhoog gaan Door hogere btw, wordt dat evenwicht verstoord. En er zijn een aantal onderzoeken, waaruit blijkt, dat als je 12% verhoogt, dan verlies je 6% aan bezoekers, dus niet volledig, maar je verliest er wel aan. Nou, dan moeten de prijzen eigenlijk al omhoog vanwege de inflatie. Dus dat krijg je al.

Speaker 1:

Dus ja, dat gaat sowieso vragen. Als je de B2 gaat doorberekenen, dan krijg je vraaguitval, en als je het niet doorberekent, dan moet je het voor eigen rekening nemen. Dus, of het linksom of rechtsom is, er komt minder budget in de cultuursector, en dat heeft als gevolg, minder budget betekent eenvoudige producties, of minder producties Betekent minder werkgelegenheid of betekent lagere betalingen. Dus ja, het heeft sowieso financiële gevolgen, en ik denk ook, dat dat dat bijvoorbeeld vanuit de vvd denk ik ook, dat dat wel de bedoeling is, want die willen eigenlijk helemaal van het lage b2 tarief af, omdat er genoeg economisch onderzoek is geweest. Als je kijk, de door de natuurlijk zwakkere sectoren worden gesteund met dit lagere B2-tarief, de verkoop van iPhones of dat soort dingen, daar zit meer marge op, daar is meer mee te verdienen. Dus je zou het allemaal daar naartoe willen krijgen.

Speaker 1:

Dus, als er minder geld naar de cultuursector gaat Want dat is dit kabinet natuurlijk van plan Dit moet 2 miljard opleveren, en dat wordt met een algemene lastenverlichting aan de middeninkomens teruggegeven. Dat staat in het hoofdlijnakkoord. Dat betekent, iedereen in de middeninkomens krijgt netto meer te besteden En gaat dat waarschijnlijk besteden aan uitgaven, die economisch meer opleveren, en dat is ook de theorie. Dus ja, ik denk, dat we er misschien per saldo, als je het uitrekent, wel beter van worden, maar de cultuursector niet. Dus er zijn straks minder voorstellingen, er is minder te doen, en ik zou dat persoonlijk heel erg jammer vinden.

Speaker 3:

Dat doe jij alsof de cultuursector alsof, dat één grote homogene massa is. Nee, dat is het zeker niet.

Speaker 1:

Nou hebben we allemaal Oasis voorbij zien komen met de dynamic pricing.

Speaker 3:

Daar zullen vast ook nog wel btw aspecten aan verbonden zijn. Maar om dat verder te gaan, uitsplitsen per sector, per subsector, dat lijkt me ook weer een brug te ver.

Speaker 1:

Nou, dat is wel een belangrijk punt hoor, wat je zegt, want kijk in de gesubsidieerde sector, dus de opera, dans, klassieke muziek en veel van het theater, daar zijn de entreegelden helemaal niet zo belangrijk. Dus daar speelt die B2-verhoging wel een rol, maar niet zo'n grote rol. Dit raakt vooral eigenlijk de meer commerciële sector, dus de musicals en de grote festivals en de zwarte krols in de Achterhoek. Nee, serieus, ik bedoel, musicals zijn al best duur. Daar gaan hele gewone mensen naartoe, die sparen daarvoor, en dat wordt straks 12% duurder. Dus de theorie, dat hiermee de happy few geraakt wordt, die klopt helemaal niet. Het is echt gewoon de breedte van de Nederlandse samenleving, die straks meer moet gaan betalen, dat niet gaat doen, waardoor er minder aanbod komt.

Speaker 2:

Wat mij opvalt, het punt, wat je maakt goed geluisterd maar wat mij inderdaad opvalt, bijvoorbeeld bij musicals en dat soort dingen de bedragen, die mensen bereid zijn, om te betalen voor zo'n voorstelling. Je bent zo 60, 70, 80 euro ben je.

Speaker 1:

Die BTW is dan echt een heel groot aspect. Het speelt een hele grote rol, en het zijn hele grote risico's bij musicals en bij dat soort grote evenementen. En ja, met die hogere BTW is de kans groter, dat bepaalde producties gewoon niet gemaakt worden.

Speaker 2:

Maar dat is een beetje, wat jij noemt, dat prijsevenwicht Is dat je zegt, op dit moment is daar een evenwicht, dus mensen zijn bereid, om te betalen, maar het kan dus ook uit. Wat ik een interessante van jou vind, is, dat je zegt, die gesubsidieerde sector, daar speelt dit eigenlijk een veel kleinere rol. Dat vind ik een interessante.

Speaker 1:

Ja, dus, het stukje entreegelden is bij de Stadschouwburg in Amsterdam, bij ITA, is heel veel kleiner dan bij een musical theater. Dat is misschien maar 30% in plaats van 100%, dus dat speelt minder rol. Dus daar is natuurlijk de hoogte van de subsidie veel belangrijker.

Speaker 2:

Ja, want vaak hoor je dit in de discussie, maar misschien luister ik gewoon niet. goed is dat men zegt, het is een soort kaalslag ten aanzien van met name die cultuur, dus die gesubsidieerde cultuur. Maar dat is dan dus niet zo.

Speaker 1:

Nee, niet voor die entreegelden, niet voor dat B2W op de entree gelden. Nee, zeker niet, want dat is daar gewoon een veel kleiner percentage. En nee, dit kabinet zet natuurlijk door, wat de vorige twee kabinetten al gedaan heeft, namelijk minder bijdragen aan het gemeentefonds, waardoor de gemeentes veel meer keuzes moeten gaan maken En dus minder geld hebben, om subsidie te geven. Dus culturele instellingen gaan dat lokaal merken, want daar zit de meeste subsidie aan de cultuursector. De kansspelbelasting gaat omhoog, dus die fondsen hebben straks minder te verdelen. Dat is ook best een grote bijdrage aan de cultuursector. Dus ja, er zijn meer dingen, die spelen, maar die btw-verhoging zit vooral in de commerciële sector, en dan hoeven we met Lowlands misschien geen medelijden te hebben. Maar er zijn echt wel veel festivals, waar een hoop mensen plezier aan beleven, en die krijgen het straks een stuk moeilijker, want die moeten het of gaan doorberekenen en haken mensen af of voor eigen rekening nemen, en dan kunnen ze gewoon niet meer bieden, wat ze eigenlijk willen.

Speaker 2:

En even voor de context marges daar, die zijn, flinterdun Ga ik vanuit of niet.

Speaker 1:

Nou, ja, een groot deel. Ik zeg dan commerciële sector, maar een groot deel zijn toch stichtingen, die eigenlijk op een soort nulbasis werken. En de grote partijen, de commerciële partijen, ja, die hebben natuurlijk met risico's te maken. Dus die zeggen natuurlijk ja, we willen het wel gaan doen. Dan willen we ook wel verdienen. Moeten we onze organisatie betalen? willen we zelf winst maken? Met hogere B2 zit dat er minder in dus, we gaan het festival niet aanbieden.

Speaker 3:

Dick, nou denk ik, dat ook in deze wereld de digitalisering heeft toegeslagen Online concerten, digitale verkoop. Bij mij in de buurt kun je naar een bioscoop gaan, en daar live de New York Philharmonic'er horen spelen. Heeft dat ook nog gevolgen voor de fiscale aspecten van deze wereld?

Speaker 1:

Ja, zeker, zeker, zeker. Als eerste had natuurlijk die digitalisering of in de tijd met het illegaal kopiëren en gratis downloaden, en zo had als eerste als gevolg natuurlijk, dat de inkomsten van de artiesten en platenmaatschappij enorm omlaag gingen. Dus de platenmaatschappij van 25 jaar geleden was veel belangrijker, veel groter dan de platenmaatschappij van nu, investeerde veel meer, zorgde veel meer voor carrière van de artiesten. Artiesten moeten natuurlijk veel meer zelf doen. Dat heeft niks met fiscaal te maken, maar er is echt wel in 25 jaar een hele grote verandering in de artistieke wereld gekomen. Dat opbrengsten van platen is gewoon veel kleiner geworden, en dat do-it-yourself, dus zelf voor je productie moeten zorgen, dat zelf moeten financieren. Daar zitten ook allerlei fiscale aspecten aan, want dat gaat natuurlijk heel vaak over de grens. Dat regelde je platenmaatschappij voor je met bronbelasting en dergelijke, met BTW over royalties. Dat is niet meer zo, dat moet je zelf regelen.

Speaker 1:

Dus die artiest moet daar veel meer toe in staat zijn. Net zo goed met uitgeversrechten, met auteursrechten. En ja, wat daar wel lastig aan is, is, om een fiscaal punt naar voren te brengen, is dat in de wet op de omzetbelasting staat een vrijstelling voor componisten en schrijvers en journalisten. Trouwens, dat is een hele ouderwetse vrijstelling uit de tijd, dat gedacht werd, dat componisten, schrijvers, journalisten geen btw-administratie zouden kunnen voeren, ook heel weinig kosten zouden hebben, maar daar niet toe in staat zijn. Dus heeft Nederland er een vrijstelling van gemaakt, want daar worden ze mee geholpen.

Speaker 1:

Maar zeker met die digitalisering, dat artiesten veel meer zelf moeten doen, zijn die kosten ook veel meer bij hun terecht gekomen. En als ze voor een deel van hun inkomsten, namelijk die auteursrechten Als compon, namelijk die auteursrechten als componist of schrijver, als ze daar de B2 niet voor mogen verrekenen, is dat natuurlijk wel een extra kostenpost, en ik pleit er erg voor. Ik heb het ministerie erover benaderd, en de Buma Stemra wil er ook aan meedoen Dat die vrijstelling wordt afgeschaft En dat die auteursrechten en inkomsten van schrijvers en journalisten Gewoon normaal onder de btw vallen, waardoor ze ook de btw van de kosten volledig kunnen terugkrijgen. Dus dat is wel een belangrijk aspect daarin. De Belastingdienst is er niet heel actief in, om dat te corrigeren, maar ja, dat is wel een extra kostenpost, collega, ik denk dat.

Speaker 2:

Wij gaan richting het einde.

Speaker 3:

Nog één afsluitende vraag, wat mij betreft, ik heb de indruk, dick, dat jij werkt in een hoog gespecialiseerde fiscale omgeving Met regels, met uitzonderingen op die regels en met uitzonderingen op die uitzonderingen. Vind jij dat een regulier lid van onze vereniging, die regulier lid van onze vereniging, die een enkele sporter, een enkele artiest in de klantenportefui heeft zitten, dat hij dat met een gerust hart met zijn gezonde verstand gebruikt, zelf kan doen.

Speaker 1:

Of zeg jij, ik zou dat niet aan beginnen, en ik zou dat overdragen, overlaten. De basis is natuurlijk want we hebben het nu over alle uitzonderingen gehad maar de basis is natuurlijk toch gewoon administratie, is toch gewoon btw, facturen, btw aangifte, jaarrekening bedoeld. Dat is ook bij artiesten en sporters, als ze zelfstandig zijn, is dat nu ook gewoon de basis, en dat kan je heel goed doen. Ik zou zeggen, voor die artiesten regeling binnen nederland, daar kan je best wel in verdiepen, en dan kan je, daar kan je ook wel als als gew adviseur, die dat niet als specialist doet, kan je ook best wel uitkomen.

Speaker 1:

Maar het buitenland, internationaal, dat is echt wel een specialiteit, en ja, dan, misschien is het goed, om voor dat stukje een specialist in te huren Of advies over te krijgen. Maar om nou te zeggen, ja, ik kan voor een artiest of een sporter werken, daar moet ik maar niet aan beginnen, want er zitten zoveel bijzonderheden in. Nee, dat zou ik niet zeggen, dat kunnen gewoon de leden van de RB doen. Maar er zijn een aantal specialistische dingen, waar je misschien wel hulp bij nodig hebt.

Speaker 3:

Maar de grens over is, wat jou betreft, een grens.

Speaker 1:

Ja zeker.

Speaker 2:

Ik heb geweldig aanloos naar je geluisterd. Ik heb geweldig veel geleerd, moet ik zeggen. Dus ik wil je daar mede namens Sylvester zeer, zeer voor danken, en ik heb zomaar het gevoel, dat het niet de laatste keer is, dat we het hier over hebben.

Speaker 2:

Niet de laatste plaats omdat wij nemen dit op voor Prinsjesdag. Na Prinsjesdag wordt deze aflevering gepubliceerd Kan best zijn, dat er dan ontwikkelingen zijn. Dus ik denk, dat ik namens jou mag spreken, amice, dat wij het recht voorbehouden, om jou nog eens uit te nodigen, om hier nog eens zeer behartigwaardige woorden over te zeggen.

Speaker 1:

Ik vond het leuk om te doen En goed voorbereid. Hadden jullie het Dus fijn En graag nog een keer Super.

Speaker 2:

Heel graag. Heel veel dank, dick. Dank je wel. Dit was het weer voor vandaag Namens Dick Molenaar en Sylvester Schenk. Bedankt voor het luisteren En heb je een aanleiding van deze podcast vragen? Aarzel dan niet op, contact op te nemen met het registerbelastingadviseurs. Ze helpen je graag verder. Tot een volgende RB-podcast missen? Abonneer je dan via de podcastplatforms Spotify, apple Podcasts of Google Podcasts Of kijk op de website van het Register Belastingadviseurs.

People on this episode