De RB Podcast

Arjen Schep: het aanvechten van WOZ-beschikkingen en 'no cure no pay'

Het Register Belastingadviseurs

Je ziet het rondom het aanvechten van WOZ-beschikkingen in gemeenten, bijvoorbeeld. Maar ook op andere plekken, zoals letselschadezaken. Partijen die op basis van ‘no cure no pay’ opereren. Zoiets lijkt vaak een win-win situatie: je betaalt immers alleen als je wint. Maar is dat wel zo eerlijk? En wat zijn de gevolgen voor gemeenten, belastingbetalers, en het systeem als geheel? Alle reden om in deze RB Podcast de ethische dilemma’s te verkennen met Arjen Schep, hoogleraar Heffingen van Lokale Overheden aan de Erasmus School of Law. In gesprek met Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken van het RB en de vaste host van de RB Podcast.

Regelmatige luisteraar van de RB Podcast? Laat ons weten wat je er van vindt én stuur ons suggesties voor nieuwe afleveringen

Speaker 1:

Ik vind het nogal frustrerend, dat we elk jaar een heel mooi belastingplan hebben, wat ik goed vind. Dan kun je als overheid meebewegen met al die ontwikkelingen, die in die maatschappij voordoen en waar ook de fiscale wetgeving op meebeweegt, maar dat we dat niet voor de gemeente hebben. Al zou het maar één keer in de vijf jaar zijn, dat elke vijf jaar, als er dan een belastingplan komt, dat er dan ook als een annex en bijlage ook een belastingplan voor de gemeentelijke en waterschapsheffingen bij zit, zodat je gewoon een periodieke even heroverweging hebt van werkt het allemaal nog.

Speaker 2:

Welkom bij de RB-podcast, een initiatief van het Register Belastingadviseurs, de grootste beroepsvereniging van fiscalisten, die werken voor het MKB. Woorden vol kennis, inzicht, gedeelde ervaring en actuele ontwikkelingen, met elke week een nieuwe aflevering als fiscaal eikpunt in een permanent veranderende wereld. Fijn, dat je luistert. Je ziet het rondom het aanvechten van WOZ-beschikkingen, in gemeenten bijvoorbeeld, maar ook op andere plekken, zoals letselschadezaken, partijen, die op basis van no cure, no pay opereren. Zoiets lijkt vaak een win-win situatie. Je betaalt immers alleen, als je wint. Maar is dat wel zo eerlijk, en wat zijn de gevolgen voor gemeenten? Maar is dat wel zo eerlijk, en wat zijn de gevolgen voor gemeenten, belastingbetalers en het systeem als geheel? Alle reden, om in deze RB-podcast de ethische dilemma's te verkennen. Met Arjan Schep, hoogleraar Heffingen van lokale overheden aan de Erasmus School of Law in Rotterdam, in gesprek met Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken van het RB en de vaste host van de RB-podcast.

Speaker 3:

Ja, Arjen, van harte welkom hier in Den Haag.

Speaker 2:

En we gaan het hebben zoals collega-podcast, Ja podcast-ondernemertje.

Speaker 3:

Ik ben co host. Zoals mijn co-host al aangaf, we gaan het hebben over de gang van zaken rondom No Cure, no Pay Op het gebied van de WOZ en de ontroerende zaakbelasting. We hebben afgesproken, dat we ons gaan beperken tot de WOZ-kant van het verhaal. Dat vind ik persoonlijk erg jammer, koos. Ik vind, dat wij toch nog eens een keer aan moeten terugvragen voor een special over de hondenbelasting.

Speaker 2:

Dat zou ik ook leuk vinden. Zou je dat ook leuk vinden.

Speaker 1:

Ja, zeker, de hondenbelasting is heel interessant. Ik heb laatst nog een student daar een paper over laten schrijven, even een zijstapje natuurlijk. Maar eigenlijk, als je kijkt naar, hoe onze kijk op de hond is veranderd in de loop van de eeuwen Want die hondenbelasting is letterlijk al een eeuw uit Is dat heel oud. Ja, en die regeling is er eigenlijk mee geëvalueerd. Dat is heel grappig om te zien. Vroeger hadden we dat noemden we in de wet letterlijk nutteloze honden. Alle honden, die we nu op straat zien lopen, zijn nutteloze honden, want je kunt ze niet inzetten in je bedrijf, ze worden niet voor een kar gespannen, ze worden niet voor bewaking gebruikt, en alleen als je een nutteloze hond had dat was een soort welvaartsbelasting, dan kun je bl een hond, die gewoon puur voor je plezier hebt, en daar werd het gerechtvaardigd, dat je dan hondenbelasting verschuldigd zou zijn.

Speaker 2:

Dat brengt mij dan tot.

Speaker 3:

We dwalen nu al af, maar het is wel leuk.

Speaker 2:

Waarom is dat nooit voor katten gedaan?

Speaker 1:

Ja, dat is natuurlijk de klassieker, en eigenlijk in alle rapporten, die eigenlijk de laatste decennia zijn, geschreven over, als het is, op een dag, dat het gemeentelijke belastinggebied is. een keertje zouden we gaan herzien, wat mijn wens al is al heel lang. In al die rapporten staat de hondenbelasting wel top op het lijstje. Van die gaat er gewoon uit, want dat is gewoon niet meer uitlegbaar in de huidige maatschappelijke context. Precies, wat je zegt. Er is ook een heel mooi staartje. Onze collega's van Kulo in Groningen, die maken elke jaar een mooi staartje Van, hoe die hondenbelasting elk jaar afneemt, het aantal gemeenten, die hem nog heft, en de gemeenten, die hem nog wel hebben. Die maken hem een soort bestemmingsheffing.

Speaker 1:

Dus die gaan allerlei uitlaatvoorzieningen voor honden Daarmee bekostigenal je een beetje die onrechtvaardigheid van kat en hond een beetje weg, maar ja, het blijft toch wel het sentiment eronder.

Speaker 2:

En geloof het of niet, ik woon in Alphen de Rijn. Ik heb deze week een hondje aangegeven, nu Voor de hondenbelasting binnen de gemeente. Dat lijkt me heel leuk.

Speaker 3:

Tot zover de hondenbelasting denk ik, Nou er zitten natuurlijk een heleboel formele aspecten aan. Denk alleen al aan het fenomeen De binnen de bebouwde En de buiten de bebouwde komst.

Speaker 1:

Dat is een heel ander vraagstuk.

Speaker 3:

Daar hebben we nog steeds profijt van.

Speaker 1:

We gaan daar nog hard aflezen. Dat lijkt mij De WOZ.

Speaker 3:

We hebben afgesproken, om te gaan beperken tot de WOZ kant van dit verhaal. Je bent onlangs geïnterviewd in het financiële Dagblad, en toen heb je aangegeven, dat een deel van de waardebepalingen in de gemeente niet kloppen En dat daar dus terecht bezwaar gemaakt tegen kan en mag worden. Overigens niet alleen natuurlijk van belang voor de onderroerende zaakbelasting, maar die WOZ-waarde speelt in tal van andere belastingen een belangrijke rol.

Speaker 1:

Ja, dat is, denk ik, wel heel belangrijk En voorafgaand aan deze discussie die WOZ-waarde, dat is eigenlijk een soort die wet. Wos is eigenlijk een soort hulpwet voor heel veel verschillende heffingen, dus de gemeentelijke belastingen, de oranjezaakbelasting, die we allemaal Daar is het ooit begonnen, denk ik, daar is het ooit begonnen, zeg maar Maar al bij de start van de IB natuurlijk, maar ook voor de afschrijving van gebouwen, voor de winstbelastingen van de VPB en de IB, maar ook de erf en schenkbelastingen maken gebruik van de worstwaarde. Dus zo hebben we eigenlijk in de loop van de tijd en later zijn er ook niet fiscale doel eigenlijk afnemers van die worstwaarde aan toegevoegd. Banken en verzekeraars accepteren ook de worstwaarde voor bijvoorbeeld een hypotheek of voor een opstalverzekering.

Speaker 1:

Dus we hebben in de loop van de tijd hebben we dat belang van die worstwaarde steeds meer opgerekt, en dat is, denk ik, ook wel goed voor de achtergrond van deze discussie En ook voor het belang, dat je daar ook Als de gemeente die dan afgeeft, dat het ook belangrijk is, dat je de mogelijkheid hebt, om daar iets van te vinden, om daar bezwaar tegen te maken, en dat het ook laagdrempelig moet kunnen. Ik denk, dat dat een belangrijk uitgangspunt is. Maar de vraag is wel, op welke manier kunnen dat belangrijke uitgangspunt dan het beste vorm geven?

Speaker 3:

Maar de gedachte, het zijn maar een paar tientjes, waar het gaat om de gemeentelijke belastingaanslag. Die gedachte is pertinent, onjuist.

Speaker 1:

Ja, die klopt. Voor de gemeentelijke belastingaanslag dus wel, maar voor al die andere heffingen. Als je kijkt, welke heffingen er nog aan verknoopt zijn, dan kom je toch al snel over tussen de 100 en de 200 zeg. Maar als het je lukt, om de wooswaarde noem maar even wat 50 of 40.000 euro naar beneden te krijgen, De villa belasting is natuurlijk ook in deze van belang De villa tax. Ja, in zekere zin wel.

Speaker 3:

Ja, ja, ja.

Speaker 1:

Nee, dus, die wooswaarde wordt breed gebruikt En ja, dus is het ook van belang, dat die kwaliteit goed is aan de ene kant En aan de andere kant ook, dat je een onderdeel van die kwaliteit is, ook dat je een laagdrempelige manier hebt, als je vindt, dat die waarde niet klopt, om daar tegenin te komen en dat te laten corrigeren.

Speaker 2:

Dat laatste is gelukt, die laagdrempeligheid Volgens mij helemaal niet.

Speaker 3:

Weet ik niet. Ik denk, dat nog steeds een heideboel bezwaar te maken, en daarop wordt natuurlijk ingespeeld door een aantal gespecialiseerde bureaus.

Speaker 1:

Zeker, dan denk ik, dat dat zo is. Daar worden wel stappen ingezet. Er zullen we straks nog wel over komen te spreken. Er is nu een wet ingevoerd met betegening van dit jaar, waarin de proceskostenvergoedingen behoorlijk naar beneden zijn gegaan voor onder andere voorwaarsprocedures. Maar daar heeft de staatssecretaris wel een aantal afspraken rond die wet gemaakt, ook met gemeenten. We moeten wel ook iets doen aan. Je moet ook actief gaan zorgen, dat die burgers op andere manieren dan alleen maar via een formele bezwaarprocedure hun bezwaren kunnen maken tegen die woordwaarden. Dat noemen ze dan informele bezwaarafhandeling. Dus, er wordt op dit moment wel kritisch gekeken, ook door het ministerie van Financiën, want de wet worst valt onder het ministerie van Financiën, in tegenstelling tot de gemeentelijke belastingen, die eigenlijk allemaal onder het ministerie van Binnenlandse Zaken vallen.

Speaker 3:

Ik ben ervan overtuigd, dat de meeste van onze leden dat niet weten. Ik weet het ook niet.

Speaker 1:

Dat heeft best wel wat gevolgen. Omdat die worstwaarde ook voor de rijksbelasting wordt gebruikt, is er voor gekozen, om die worst En ook de waarderingskamer bijvoorbeeld Dat is het toezichthoudende orgaan, wat de kwaliteit van de worstbepaling door gemeenten bewaakt Die valt formeel Onder het ministerie van Financiën, maar omdat die WOS dus ook voor rijksbelasting wordt gebruikt, is ervoor gekozen, om het ministerie van Financiën Verantwoordelijk te maken voor de wet WOS. Dus, als er wijzigingen in de wet WOS zijn, dan moet je bij de minister van Financiën zijn En niet bij de minister van Binnenlandse Zaken, en dat is een beetje mijn eigen, hoe zeg je dat stokpaardje? Ik vind het nogal frustrerend, dat we elk jaar een heel mooi belastingplan hebben, wat ik goed vind.

Speaker 1:

dan kun je als belasting, als overheid, kun je meebewegen met al die ontwikkelingen, die in die maatschappij voordoen en waar ook de fiscale wetgeving op meebeweegt, maar dat we dat niet voor de gemeente hebben. Al zou het maar één keer in de vijf jaar zijn, dat elke vijf jaar, als er dan een belastingplan komt, dat er dan ook als een annex en bijlage ook een belastingplan voor de gemeentelijke en waterschapsheffingen bij zit.

Speaker 1:

Zodat je gewoon een periodieke even heroverweging hebt van werkt het allemaal nog? We hebben als klein voorbeeldje weer een klein zijspoortje, excuses daarvoor, maar bijvoorbeeld de toeristenbelasting, en we weten allemaal Airbnb, expedia, dat soort partijen. Toeristenbelasting, zoals die nu in de gemeentewet staat, stamt uit 1970. Dat ging uit van pensioenen en voor een camping. Inmiddels is de wereld behoorlijk anders geworden, en we lopen gemeentes als Amsterdam, die lopen daar gewoon keihard tegenaan, die kunnen niet meer de belasting heffen, die ze eigenlijk zouden willen heffen. Dat is zo'n voorbeeld van De wereld heeft niet stilgestaan. En de laatste majeure verandering van de gemeente, wat was er 1995. Wordt het niet weer eens tijd, om eens even gewoon goed daarnaar te kijken En te kijken? of alles wat erin, zoals die hondenbelasting? Wat moeten we ermee?

Speaker 2:

En zijn er niet andere heffingen te bedenken, die nu veel opportuner zijn, om te heffen? Maar dat impliceert, dat je dan ook een centrale manier van kijken naar die gemeentelijke belastingen creëert, waar dat nu per gemeente kan verschillen, of is dat niet zo Nou?

Speaker 1:

ja dat, maar het is dus niet zo. Dus de Rijksoverheid bepaalt eigenlijk, wat er op het fiscale menu staat van gemeenten. Dus in de gemeentewet staat een rijtje met heffingen, die gemeenten mogen heffen, en dan is het aan de gemeenteraad, om van die menukaart te kiezen, welke gerechten ze uiteindelijk gaan serveren. Dus niet elke gemeente heeft een hondenbelasting, niet elke gemeente. Maar je kan dus niet besluiten, om een kattenbelasting in te voeren, juist omdat het niet in de gemeentewet staat, en daar is de Rijksoverheid aan zet. Dus daarin is de gemeente afhankelijk van de bereidheid van de Rijkswetgever, om ook die gemeente te faciliteren in hun belastingpakket, anders dan de Rijksoverheid, die natuurlijk door dat belastingplan jaarlijks aan de knoppen kan draaien Om hun eigen belastinginkomsten, zeg maar zo opportun mogelijk zo best mogelijk zo actueel mogelijk te laten zijn.

Speaker 3:

Je zou de belastingvrijheid van de gemeente op die manier kunnen regelen, En wellicht zou je ook wat kunnen doen aan de tarieven centraal.

Speaker 1:

Ja, daar raak je natuurlijk wel aan een gevoelig punt, want we hebben nu eenmaal ervoor gekozen, om een gedecentraliseerde eenheidsstaat te zijn, waarin gewoon gemeenten wel enige, en dat is op zich ook wel een groot goed, vind ik. Het maakt uit, of je in Staphorst woont of dat je in Den Haag woont, bijvoorbeeld Qua voorzieningeniveau, mensen vorm, om in een bepaalde plek, om een bepaalde reden daar te gaan wonen. En het is juist, denk ik, een sterk punt van onze Nederlandse stelsel, dat we een gemeenteraad kiezen, die dan vervolgens besluit, wat de juiste belastingdruk in die gemeente is en of we nou wel of geen zwembad willen en daar dus de OZD voor moeten verhogen of niet. En in Nederland is dat natuurlijk relatief beperkt, want het wordt allemaal gedempt, zeg maar, door dat we ook een ja, zeg maar 15% van alle inkomsten van de gemeente, die komt uit eigen inkomsten, 85% komt uit uitkeringen, uit het gemeentefonds, en daarin is de gemeente voor een groot deel natuurlijk gewoon uitvoerder van rijksbeleid. En in de verdeling van die grote taart van het gemeentefonds Dat zijn 64 verdeelmaatstaven, die er alleen maar op geënt zijn, om gelijke uitgangspositie te creëren voor gemeenten.

Speaker 1:

Het moet in die zin, in de basis niet uitmaken, in welke gemeente je woont, Als het gaat om het basisvoorzieningenniveau En En als het gaat om de accenten. Daar zijn dan die belastingen voor. Dus de gemeente kan accenten leggen, door in de OZB te verhogen, om bijvoorbeeld een bepaalde nou ja, wel of geen gemeentelijk zwembad of welke voorziening. Maar dat is echt aan de randen, zou ik zeggen, van het voorzieningenniveau.

Speaker 3:

Misschien was dat ooit zo, maar de laatste jaren. En de gemeenten klonder, dat er een zorg gedragen voor adequate voorziening.

Speaker 1:

Je ziet dus, dat die vrije ruimte, die autonomie zeg, maar Dat die door die bewegingen nog kleiner is geworden. Dus je wordt gedwongen, om je eigen middelen in te gaan zetten, dus je OZB te verhogen, om rijkstaken te kunnen bekostigen, waarbij je voorheen dat geld direct van het Rijk kreeg. En omdat je gewoon die zijn overgedragen met een bezuiniging erbij, en in het idee van gemeenten kunnen dat vast efficiënter dan wij. Dat bleek niet zo te zijn, en vervolgens staan de gemeenten wel aan de lat, worden ze wel financieel daarvoor verantwoordelijk gehouden.

Speaker 3:

In de gemeente staan ze wel aan de lat, worden ze wel financieel daarvoor verantwoordelijk gehouden. In dat kader zou je voorstander zijn van de gemeentelijke inkomstenbelasting, ook zo'n thema waar we al lang over gesproken hebben.

Speaker 1:

Dat denk ik niet. Daar is Nederland gewoon te klein. Voor Een eeuwen terug, zeg maar, hadden we een gemeentelijke inkomstenbelasting, en wat je dan krijgt, is dat mensen gaan verhu. Dat is natuurlijk een utopie, dat dat wenselijk zou zijn. We zijn Nederland, we kunnen letterlijk onze buurgemeente zien. Ik denk, dat Nederland letterlijk te klein is, om dat te willen. Dat soort verschillen wil je gewoon niet ook tussen gemeenten faciliteren. Maar ja, je wil natuurlijk wel genoeg ruimte, om ook die keuzeruimte. Willen we de lokale democratie serieus nemen, dan moet je dit onderwerp ook serieus nemen, dan moet je ze wel voldoende autonomie geven, om wel ook bepaalde beleidskeuzes te maken. Dus ja, het is een wankel kort, zou ik zeggen, maar ik vind, dat die nu te veel is doorgeslagen Naar heel te weinig ruimte voor gemeenten. Er is dus niet voor niks, dat we een aantal jaren terug hebben is er ook een interdepartementaal onderzoek geweest in het kader van de grote belastingherziening, waarin we ook de gemeentelijke belasting hebben gekeken.

Speaker 1:

Het idee was laten we de gemeente iets meer een eigen nieuw, ook wat meer eigen heffingen geven, zodat de rijksbelastingen omlaag kunnen, vanuit het idee, dat het gemeentefonds wordt gevuld met rijksbelastinginkomsten. Dus je kan de inkomsten en loonbelasting verlagen, als je de gemeente net iets meer laat zelf ophalen, in plaats van dat ze dat via het gemeentefonds krijgen. Vanuit dat idee hebben we een aantal heffingen onderzocht, welke heffingen gemeenten dan nog meer eventueel zouden kunnen heffen. Maar goed, daar is nooit een besluit over genomen, en ook het huidige kabinet lijkt ook niet die kant op te gaan.

Speaker 3:

Wat mij altijd verbaast bij dit onderwerp, is, dat het met zoveel emotie is omgegeven. Je ziet mensen zelden echt boos worden over de inhoud van de wet inkomstenbelasting. Misschien een keer, als de aanslag op de gemeente in de bus valt, dan gaat het mes over het wars in de bek.

Speaker 1:

Ja, dat valt mij ook op. Maar je komt ook aan je eigen woning. Dat ligt gevoelig. Denk aan een ander onderwerp, waar dat in de rijksbelastingssfeer wel ook zo voor geld is. Denk aan de auto. Daar zijn mensen ook heel gevoelig op, of je nou de fiscale van het zakelijk rijden bijvoorbeeld, maar je komt dicht op de huid bij mensen.

Speaker 1:

De hondenbelasting is natuurlijk ook zo'n onderwerp. Een ander deel van het verhaal is dat ook. Dat is ook de praktijk, dat je ontvangt nog echt een aanslag, die je wij spreken met de actie op het giro, maar je moet een handeling verrichten, om die te betalen. Het is zichtbaar, precies, en je koopt een fles wijn in betaalbelasting, en je salaris ontvang je, als de belasting er al is afgehaald. Dus het is in die zin een stuk. En als je het een beetje netjes inricht, dan die aanslag, die je dan uiteindelijk van de IB krijgt, die loopt op nul uit, omdat je voorlopige aanslagen ook worden. Dus dat is, denk ik, de andere kant van het verhaal. Dat is de zichtbaarheid. Maar natuurlijk ook op zichzelf vind ik het ook niet zo slecht Als dan weer terug even naar het onderwerp van de WOZ. We hebben tegenwoordig een landelijke voorziening WOS. Iedereen kan op internet zeg, maar kan die van elke willekeurige woning in de straat kan die de worstwaarde opzoeken, kijken, wat de woning van de buren?

Speaker 1:

waard is Ja zeker, je kan, letterlijk van iedereen in Nederland kun je nu gewoon de woningwaarde de afgelopen drie jaar kun je op die website, een openbare website. De gemeente zijn verplicht, om die gegevens jaarlijks aan te leveren, en dat vind ik ook heel goed voor de transparantie en ook voor. Nou, dan is het ook niet zo gek, dat je bezwaar maakt, als je ziet, dat je feitelijk de zelfde woning hebt als je buurman, maar jij betaalt op een of andere manier de woordwaarde van jou 20.000 euro hoger. Nou dat is, dan denk ik, dat het recht is, dat je daar vragen over gaat stellen, en als het goed is, gaat de gemeente dan ook een lampje branden En denken van ja, hoe is dat algoritme? Want dat is dan even het verhaal, waar we dan op uitkomen. Er zijn ongeveer 9 miljoen woningen in Nederland.

Speaker 1:

Jaarlijks ontvang je een woning of onroerend zakenobjecten, woningen, woningen, ongeveer 9 miljoen woningen. Je ontvangt 8 of 9, even kijken Het totaal, ik heb dat pas opgezocht, maar acht miljoen woningen, acht miljoen woningen Op een totaal van negen miljoen objecten, zo'n beetje. Dus acht miljoen woningen, waar dus jaarlijks een beschikking afgegeven moet worden, dus een actualisering van de WOS-waarde. Maar dat kan natuurlijk alleen maar doordat dat volautomatisch geautomatiseerd wordt. Daar heb je speciale software voor waarderingsoftware, mass valuations, noemen we dat dus 8 miljoen.

Speaker 1:

Dat wordt gevoed met actuele verkoopdata van woningen, die rond de waardepeildatum zijn verkocht, gecombineerd met objectieve data van de woning Wat is het bouwjaar, wat is de oppervlakte van het perceel, dat soort harde data eigenlijk Gecombineerd van de afstand tot voorzieningen Enzovoort, en dat levert dan En dan uitgaande van de actuele verkopen. Die actuele verkopen worden weer helemaal geanalyseerd. Wat is daar gebeurd? Is dat een goede zakelijke verkoop geweest? Wat is de kwaliteit? Er worden uitgebreide vragenlijsten gestuurd, vaak naar mensen, die een woning hebben gekocht. Die herkennen dat misschien, dat ze van hun gemeente dan een brief krijgen, waarin uitgebreid wordt aangebracht enzovoort Wat was de staat van de woning. Dan heb je die verkopen helemaal geanalyseerd, en dan kun je daar op basis van die verkopen dat is de waarde in het economisch verkeer rond de waarde bij al datum.

Speaker 3:

Probeer zoveel mogelijk woningen aan die verkopen te relateren. Het gebeurt allemaal centraal of op gemeenteniveau.

Speaker 1:

Op gemeenteniveau, en ja, gemeenten Hun uitvoering van hun belastingen En ook de uitvoering van de wet was Hebben uitbesteed Of eigenlijk een samenwerking zijn aangegaan, een gemeentelijke samenwerkingsverband Zijn aangegaan En die dat dan voor meerdere gemeenten doet. Er zijn nog een aantal grote gemeenten, die het zelf doen. Gemeente Den Haag is daar een voorbeeld van. Maar Toen ze dat doet, de samenwerksverband dat namens die gemeente, dat is een ouderwetse gemeenschappelijke regeling. Ja, klopt, dat is de juridische vorm, die er vaak daarvoor gekozen wordt.

Speaker 2:

Maar de systematiek van de berekening, die is overal hetzelfde, die is landelijk.

Speaker 1:

Dat was ook een van de kenwaarden van de wet WOS, toen die in 1995 werd ingevoerd, dat we gewoon één wet WOS waarderingsmethode zijn. Hetzelfde waarderingskamer ziet toe op uniforme toepassing van de wet WOS, dus dat in die zin ook in elke gemeente dezelfde kwaliteit geleverd wordt, als het gaat om de WOS. De ene organisatie is de andere niet, dat weten we ook allemaal. En uitvoering van belastingen en ook uitvoering van de wet WOS, dat is ook een massaal proces, en daar gaan ook dingen soms niet helemaal goed. Dus, daar houdt de waarderingskamer ook toezicht op. Op de website van de waarderingskamer kun je ook zelfs met een sterrenaanduiding zien, hoe jouw gemeente of hoe jouw uitvoeringsorganisatie scoort. Zeg maar, als het gaat om de kwaliteit volgens de waarderingskamer Dus van heeft die twee, drie of vier sterren. Zeg maar Dus, dat geeft ook een beetje een soort indicatie van, waar staan ze en waar zitten nog verbeterde mogelijkheden. Maar wellicht ook voor bureaus zeg maar, om een indicatie te geven Oh, die gemeente krijgt maar twee sterren. Dat lijkt me ons wel een aardige.

Speaker 3:

Het is een algemeen. Het is groot, is dat beter, en doen de kleintjes het minder, of juist omgekeerd.

Speaker 1:

Dat kun je niet zo zeggen, denk ik Nee, dat kun je niet zo zeggen.

Speaker 2:

Nee, dus dat verschilt echt per organisatie, maar ik vind het wel bijzonder, want je hebt dus een gemeenschappelijke methodiek. Dat wordt door verschillende partijen gedaan. Nou, daar zit een verschil. Maar dan vind ik het toch bijzonder, dat zoveel bezwaarmakers uiteindelijk toch gegrond worden verklaard.

Speaker 1:

Ja, en daar zijn wel wat verklaringen voor te bedenken, denk ik. Allereerst moet ik dan beginnen met, wat wij in het vakgebied noemen, de WOS-paradox. Als je je woning wil verkopen en je laat drie taxateurs langskomen, om eens een indicatie te geven, van wat die woning nou waard is, dan krijg je drie verschillende waarden te horen. dat weten we allemaal. Dus, taxeren is een inschatting, van een voorspelling van, wat die woningen op dit moment waard zou kunnen zijn. In de wet WOS wordt de gemeente gedwongen, om de WOS-waarde jaarlijks vast te stellen op een waardepijldatum, op 1000 euro nauwkeurig. Dat is een exacte waarde. We hebben er ook voor gekozen om de wet WOS is onderdeel van het.

Speaker 1:

het is geen belastingwet, maar het is wel belastingrecht. Dus je kan naar de belastingrechter, als je daar iets van vindt. uiteindelijk, het is dus het onderdeel van het bestuursrecht. Kenmerk van het bezwaar en beroep in het bestuursrecht Als er iets scheelt. er wordt een beschikking afgegeven, de overheid roept iets over jou af, jij kan het aanvechten, en als blijkt, dat er een fout in gemaakt is, ingemaakt is, dan heb je ook recht op vergoeding, als je kost hebt gemaakt, om die beschikking aan te vechten. Als je dan op 1000 euro nauwkeurig een worstbeschikking krijgt en stel, er gaat 100 euro af ik noem maar even een gek bedrag, wat in belastingzin natuurlijk helemaal niks gaat geven In theorie 1 euro, maar dat betekent, dat de beschikking niet juist was.

Speaker 1:

Dat betekent in het bestuursrecht 100% kostenvergoeding van je procedure, en als je dan een gemachtigde hebt ingeschakeld, om namens jou de bezwaar af te beroepen, af te handelen, dat betekent, dat je ook een tegemoetkoming krijgt in die proceskosten, en die zijn landelijk vastgesteld. Dat zijn landelijke normen volgens een puntensyste. Dus je krijgt voor elke proceshandeling een aantal punten, en voor die punten staat een bedrag, en dan heb je nog een wegingsfactor, en die bepaalt uiteindelijk, wat je dan aan proceskostenvergoeding ontvangt. En die proceskostenvergoeding is bedoeld als een tegemoetkoming oorspronkelijk, maar dus we hebben die worstparadox. Dus het is relatief eenvoudig, om er een euro af te kletsen, om het zo maar te zeggen. Want dat vergeet ik nog even te vertellen. Ik noemde net die mass valuation. Dat zijn computermodellen op basis van objectieve, harde data. Wat minder hard is, is natuurlijk de kwaliteit van de woning. Wij kunnen niet Het model, kan niet in jouw woning kijken, kan niet zien, of jij tien jaar geleden voor het laatste buitenboel hebt opgeschilderd.

Speaker 2:

Nieuwe keuken of zo Nieuwe keuken, nieuwe badkamer.

Speaker 1:

Dus die kwaliteit. Dat noemen we secundaire objectkenmerken. Die zitten veel minder goed in die modellen. Een aantal jaar terug heeft de waarderingskamerwaar tegemoet gekomen, werd Dus, dat ze terecht bezwaar hebben gemaakt. 45% van die gevallen ging het over secundaire objectkenmerken, die niet goed waren verwerkt. Dus dat bedoel ik met. Daar begon je net mee, sylvester. Ik zie, dat er een hoop mensen terecht bezwaar maken En dat het ook loont, om terecht bezwaar te maken. Dat zit er met name daarin.

Speaker 3:

Hebben we deze ellende niet over ons zelf afgeroepen? In het verleden hadden we de vieringsmarge, en we werken daar met een waardering, die, zoals jij dat aangeeft, op de euro nauwkeurig moet zijn. Zou het niet veel meer voor de hand liggen, om in klassen te gaan werken U, om in klassen te gaan werken. Uw woning is waard tussen de 175 en 200.000 euro. Een voorbeeld van Anke Leijden, want ik geloof niet, dat je daar nog ergens een woning voor hebt, een schuurtje.

Speaker 3:

Maar je begrijpt, wat ik bedoel dat het niet op de euro nou keurig hoeft, maar dat er een zekere waardeklasse is.

Speaker 1:

Vierens is niet toegestaanagt, die zouden daar morgen voor tekenen. Zeg maar, als dat zou kunnen En als alleen maar de worst gebruikt zou worden voor belastingdoeleinden, dan is, denk ik, ook dat een hele legitieme vraag. Want uiteindelijk, waar dient die worstwaarde nou voor, als het gaat om belastingdoeleinden, voor een eerlijke verdeling van de lasten? Dus we zeggen dat, die worstwaarde is een heffingsmaatstaf, een verdelingsmaatstaf, dus we moeten allemaal opdraaien als woningeigenaren voor die OZB, in ieder geval voor dat deel ook niet woningen natuurlijk. En hoe kunnen we dat nou rechtvaardig verdelen? Nou, daar hebben we ervoor gekozen, om daar de worstwaarde voor te laten. We hadden ook kunnen kiezen voor een inwonersbelasting, iedereen die 18 jaar. Uiteindelijk gaat het erom. Als gemeente hebben we gewoon kosten, die we maken, en die moeten we op een eerlijke manier verdelen.

Speaker 1:

Dus dan zou je zeggen Moet dat op de euro nauwkeurig Of op de 1000 euro nauwkeurig In het kader van niveauswaarde? Nee, natuurlijk niet. Dat kan ook prima. Een range van 50 of 100.000 euro, dat oogpunt zou ik zeggen, prima. Maar we hebben juist de vorige, en ook de Wardinskamer was daar ook wel voorstander van Die uitvoering van die worst. Dat kost nogal wat Jaarlijks acht miljoen woningen, en over de niet woningen hebben we het nog niet gehad. Het is ook een vorm van, om die kosten te rechtvaardigen. Dat noemen we dan breder gebruik van die worstwaarde, dus die verzekeraars en de banken, en we proberen dat zoveel. Als we dan toch die investering doen, dan moeten we die waarde maar voor zo breed mogelijk gaan gebruiken, dan hebben we er als maatschappij zoveel mogelijk voordeel van. In het licht van die discussie Als je dan dus met de range gaat werken, dan werkt dat niet meer.

Speaker 1:

Denk ik Dus even de vraag natuurlijk, in hoeverre banken en verzekeraars? Als ik naar mezelf kijk Ik heb niet zo lang geleden een woning gekocht Dan wil ik toch liever gewoon een taxateur langskomen, als het gaat om een hypotheek, omdat ik weet, wat het waard is, dan, dat ik toch liever gewoon een taxateur langskomen, als het gaat om een hypotheek, omdat ik weet, wat het waard is, dan, dat ik van de worstwaarde uitga, waarvan ik weet, dat die ook verouderd is, want de waardepeildatum ligt een jaar, voordat je de worstbeschikking krijgt. Dan is die waarde eigenlijk al een jaar oud. Dus ik denk, voor een opstalverzekering zou het niet zoveel kwaad kunnen. Voor een hypotheek en een lening denk ik, dat de meeste mensen toch alsnog een taxateur inhuren. Dus maar goed, dat soort, dus die bredere toepassing, die verlies je denk ik, voor een deel. En het heeft natuurlijk ook gevolgen voor de wet op de inkomstenbelasting enzovoort. Dus hoe moet je dat dan zien? In zo'n range kan je daarmee, kan de.

Speaker 2:

Rijkswet. Maar nu hebben we gezien, rondom de boswaarden hebben we gezien, dat er allerlei bureaus no cure, no pay Want dat is ook een onderwerp, waar we het vandaag ook over hebben En dit is een enorme hoos geworden aan zaken, als ik dat zo lees, dat is bijna disruptief geworden, de hoeveelheid Nou, daar heeft men ook meteen wat aan gedaan, maar daar zullen we het wel wat over vertellen. Maar kun je daar iets meer over zeggen, hoe dat ingrijpt? zeg maar zeggen Juist, die no-queue, no-pay, je doet het maar gewoon, en dan zie je wel, wat eruit komt. Toch, dat is een beetje het beeld.

Speaker 1:

Ja, nee, dat klopt, en dat is ook tegelijkertijd het lastige van dit onderprek met. Ik vind het belangrijk, dat de rechtsbescherming op orde is, juist vanwege dat bredere gebruik en van die grote aantal belastingaanslagen hangen daar vanaf. Dus dan is het ook goed, dat je op een laagdrempelige manier iemand kan inschakelen, als jij niet de expertise hebt als burger of als bedrijf, om iemand in te huren, die daar wel kennis van heeft En die dan namens jouw bezwaren beroepsprocedure doet. Dat is op zich zelf dat is goed. Aan de andere kant zie je, dat er een verdienmodel is ontstaan, en dat verdienmodel zit er niet zo in, niet zozeer in, dat zo'n bureau er alles aan gelegen is, om het onderste uit de kan voor jou te halen, maar dat verdienmodel zit er puur in, als er een euro afgaat, dan is het geld verdiend voor een OQNP-bureau Dat hadden we net over dat voorbeeld van Een euro verschil is 100% kostenvergoeding.

Speaker 1:

Dus dat betekent ook, dat je dus zag, dat er procedures werden gestart puur alleen voor de proceskostenvergoeding. Er was een vormfout gemaakt door de gemeente. In bezwaar is wel de worstwaarde omlaag gegaan, maar er was ook een vormfout gemaakt. Dan gaat het bureau procederen puur voor die proceskosten, om het onderstaat te kant te halen, en juist ook, omdat je per procespunt een vergoeding krijgt, plus dat je ook in beroep natuurlijk weer punten kan scoren.

Speaker 2:

Dat is een negatieve prikkel toch Dus punten kan scoren.

Speaker 1:

Dus, als je in bezwaar volledig tegemoet gekomen werd, ja, dat is niet interessant, want dan heb je alleen maar in de bezwaarfase proceskostenvergoeding. Je hebt er belang bij, om in beroep te gaan. Wat daar ook nog als bonus bij kwam een hele aantal jaren, dat op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad als een procedure langer dan twee jaar duurt. Dus, vanaf het moment, dat je bezwaar gaat, heb je recht op een immateriële schadevergoeding Voorwege. Het idee van je zit zo lang in de onzekerheid. Dat betekent, dat je 500 euro per half jaar overschrijding. Van die twee jaar krijg je 500 euro uitgekeerd. Dus nog een prikkel om Een schouderhandel. Dit, om nog langer om zand in de molen te strooien, om zand in de molen te strooien. Dus er zijn aan.

Speaker 1:

En wat ook kenmerkend is voor die praktijk Is dat, die partijen zijn ook geprofessionaliseerd, en dat betekent, die zijn ook geautomatiseerd. Dat betekent, dat het moment, dat jij die mooie, dat mooie reclamespotje op tv langs ziet komen, en je zit met je iPadje voor de tv En je gaat naar die website toe En je tikt een, drie of vier tal gegevens in, op het moment, dat je je op cent drukt Ja, ik wil, dat je namens mij bezwaar maakt Dan komt die bij de gemeente binnen. Het is vol geautomatiseerd, er komt niemand meer aan te pas In plaats van. Als je kijkt naar hoe die proceskostenregeling is opgezet, die is vanuit het idee van er gaat echt een belastingadviseur zijn best doen, Misschien nog een taxateur, die gaat kijken.

Speaker 1:

Dat is gekoppeld aan tijd, die je nodig hebt, om een bezwaarschrift te schrijven. Dat houdt geen rekening met volggeautomatiseerde processen. Dus daarmee is gewoon een verdienmodel ontstaan, en dat zou niet zo verkeerd zijn, als dat ook één op één tot betere kwaliteit zou leiden. Maar dat betwijfel ik dus, en dat zie je dan ook in de kamerstukken terug Waarom is de wetgever ingegrepen? Dan worden dit soort argumenten ook genoemd.

Speaker 3:

Maar ik proef, dat hier nou toch een aantal verwijten worden gemaakt richting die bureaus. Je zou kunnen zeggen, vormfouten behoren niet gemaakt worden, want die vormvereisten, die hebben een wezenlijke functie in het hele proces van rechtsbescherming, en als zo'n bureau of bureautje kan automatiseren, dan vind ik, dat een gemeente dat eigenlijk nog veel meer zou moeten kunnen.

Speaker 1:

Ja, nee, ik vind, dat je gelijk hebt. Dus ik verwijt die bureaus in die zin niet, want zij maken gewoon puur gebruik van. We hebben ervoor gekozen, om dat zo met elkaar op te tuigen. Die wetten zitten zo in elkaar, zoals ze in elkaar zitten. Jaren terug hadden we ook een vergelijkbare praktijk met WOP-verzoeken. Ik weet niet, of je dat nog herinnert. Dan kon je ook door ergens een WOP-verzoek te verstoppen, dan kon je ook geld verdienen. In die zin legt het gewoon de zwakheid van het systeem bloot, zou je kunnen zeggen. En die partijen maken daar gewoon gebruik van. Dus in die zin is daar niks mis mee, laat ik het zo zeggen. Maar het heeft wel enorme maatschappelijke gevolgen. De rechtspraak in 2022 zijn 56.000 worstzaken binnengekomen bij de rechtbank. 56.000 worstzaken.

Speaker 1:

De rechters je zag dat ook in de jurisprudentie rechters, die letterlijk weigerden, om nog hierin mee te gaan, die zeiden van wij stoppen gewoon met WOS procedures. Want het betekent, dat wij procedures, die ons veel nader aan het hart aan gaan, bijvoorbeeld vreemdelingenzaken, dat die mensen, die wachten op een status, die moeten wachten, omdat wij zoveel WOS procedures binnenkrijgen, ook dat kun je zeggen. Dat is niet aan de rechter, dat is aan de politiek, om daarin te grijpen. En dat is nu dus ook gebeurd, zou je kunnen zeggen, door die wet, die is ingevoerd, maar dat was wel het gevolg.

Speaker 2:

Die proceskosten, die zijn nu gemaximeerd. Dat is het toch.

Speaker 1:

Gevolg zeg maar Die proceskosten zijn nu gemaximeerd, hè, ja, dit zijn eigenlijk een kwart van wat ze waren, om het even grof te zeggen.

Speaker 3:

En ze worden niet meer rechtstreeks betaald aan het bezwaarmakende bureau Klopt.

Speaker 1:

En de achterliggende reden daarvan was zeg maar dat, mensen hebben ooit een formuliertje getekend van ga maar namens mij bezwaarmaken, en soms stond er in de kleine letters ook nog, dat dat voor meerdere jaren was En dat ze ook Mensen wisten soms gewoon niet, dat er een beroep ingesteld was, bijvoorbeeld namens hen, en dat dat bureau nog steeds voor hen aan de slag was. Dus nu moet het bureau Bij de klant weer.

Speaker 3:

Die proceskostenvergoeding uiteindelijk ophalen? Onlangs verscheen er een artikel in het Financiële Dagblad met jouw naam daarin, waarin jij vraagtekens zette bij de gang van zaken rondom het inschakelen van bureaus bij het indienen van bezwaar en beroep tegen de aanslag gemeenteheffingen of beter gezegd de WOZ-taxatie. Wat was daarvan de porté?

Speaker 1:

Ja, ik Van de porté. Ik denk, dat ik daar net, wat ik net zojuist heb, verteld, dat dat een beetje de porté was, dat ik het goed vind Aan de ene zijde, dat er laagdrempelijke rechtsbescherming is, maar doordat er simpelweg In het systeem ingeweven Een financiële prikkel zit, die niet gefocust is, om alles uit de kant halen voor belanghemmende, maar wel alles uit de kant te halen, als het gaat om proceskostenvergoeding, dat we daardoor eigenlijk het kind met het badwater aan het weggooien zijn. Dus ik ben voor gemachtigden, die voor burgers hun best doen, als dat leidt tot betere kwaliteit, dat het leidt tot betere worstwaarde. En daar twijfel ik over, of dat nu het geval is, want ja, als er 100 euro afgaat, prima, dan hebben we, dan kunnen we naar de burger verkopen, dat er iets is afgegaan, en wij hebben een volledige proceskostenvergoeding.

Speaker 1:

Dus ik, tegelijkertijd vind ik dat ook niet gemeente ontslaat om dan ook nu de staatssecretaris of de wetgever heeft nu ingegrepen, dan ligt nu de bal wel aan de kant van de gemeente, wat mij betreft. Dus, we gaan nu. Een van de argumenten van de gemeente waren ja, we zouden wel graag aan die kwaliteit willen werken, maar we worden vol in beslag genomen door die procedures. Dat is, we zijn helemaal verlamd. Ja, zij zijn nu wel aan zet. Laat dan zien, zeg maar dat die kwaliteit omho. Ja want.

Speaker 2:

Het aantal zaken is inmiddels gehalveerd, zelfs Als ik het goed kan lezen Ja zeker, dat loopt hard terug, en dat is op zich ook.

Speaker 1:

Aan de ene kant zou je kunnen zeggen, dat dat bewijst eigenlijk die stelling, dus, dat er een verdienmodel was En dat die partijen niet zozeer zich heel erg begaan waren met het lot van die burgers, maar misschien toch meer met hun eigen portemonnee. A met het lot van die burgers, maar misschien toch meer met hun eigen portemonnee. Aan de andere kant nou ja, net wat ik zeg Vorig jaar was natuurlijk ook een iets andere tijd. Toen was volgens mij de markt al een beetje aan het inzakken, terwijl de woordswaarde een jaar terug, die was nog top. Dus soms moet je ook kijken naar wat gebeurt er precies in die markt, en is er ook een aanleiding om? Kun je meer bezwaren verwachten in een dalende markt, terwijl je nog met je woordwaarde op de top zit?

Speaker 1:

Dus in die zin is het niet alleen maar de schuld?

Speaker 2:

van de bureaus. Dat is in principe, als we het wat groter maken, ten aanzien van no cure, no pay. Daarvan zeg jij fantastisch Alleen op het moment, dat het zijn doel voorbij schiet, in de zin van, dat het niet meer te maken heeft met de primaire zaak, maar dat het alleen maar een verdienmodel onmogelijk maakt, ja dan, op dat moment is dat iets, wat je niet moet willen.

Speaker 1:

Ja, dat is begrijpelijk, dat de wetgever ingrijpt. Maar ik vind ook, je kan het ook negatief formuleren. Dus er is nu blijkbaar geen verdienmodel meer voor gemachtigden. Daar kun je ook zorgen over maken. Dus al die burgers, die daarvoorheen wel van die diensten gebruik hebben gemaakt, wat voor alternatief hebben die dan? Die categorie burgers, die niet goed is ingevoerd in de fiscale wet en regelgeving En die überhaupt moeite heeft, om een bezwaarschrift op te stellen? Dus in die zin zijn gemeenten ook aan zet, en met die informele bezwaarprocedure, waar we aan het begin van het gesprek ook over hadden.

Speaker 2:

Dat is wel belangrijk, dat daar werk van gemaakt moet worden. Maar Sylvester, zie je dit in andere takken van sport ook, die no cure, no pay, dat dat toeneemt.

Speaker 3:

Niet alleen in andere takken van sport, je ziet het ook binnen deze vereniging. We krijgen hier bij vaktechniek regelmatig de vraag, in hoeverre het lid van onze vereniging is toegestaan, om te werken op basis van no cure, no pay. Men denkt wel eens, dat dat niet is toegestaan. Dat is niet het geval. No cure, no pay is een toegestaan verdienmodel, ondernemingsmodel. Het enige, waar je voor moet waken, is je onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid is wel iets, dat in het reglement op de beroepsuitoefening een belangrijke plaats inneemt. Het zou natuurlijk kunnen zijn, dat, als jij te zeer afhankelijk bent van de uitkomst van de procedure, je daarmee je onafhankelijkheid in het gevaar brengt. Maar op zich is no cure no pay nog in de advocatuur, nog in de fiscaliteit een verboden werkwijze.

Speaker 2:

Nou ja, ik heb het zelf in de verzekeringswereld letselschade heb ik dit meegemaakt. Ik heb ooit bij Nationaal Nederland gewerkt. Daar had ik de echte indruk, dat bepaalde we gaan niet iedereen overeen, kamscheren, laat het duidelijk zijn maar dat bepaalde letselschade advocaten er gewoon op uit waren, om een zo lang mogelijke procedure te hebben, omdat ze wisten, dat die vergoeding voor hun kosten vanuit de verzekeraar sowieso automatisch kwam. Dus gewoon, dat was een verdienmodel, en ik heb in alle eerlijkheid kan ik niet helemaal waar maken, maar ik heb wel eens mijn twijfels over al die massaclaims, of dat nou eerder het verdienmodel van de advocaat is. Dan Ja, ik heb daar mijn twijfels over.

Speaker 3:

Misschien speelt jouw ING-hart hier nog een rol. Speelt jouw ING-hart hier nog een rol?

Speaker 2:

Want letselverzekeraars hebben natuurlijk ook niet de allerbeste daarmee. Nee, daar ben ik helemaal met je eens, dat is ook zo. Maar ik zie af en toe wel eens massaclaims komen, want ik denk ja, maar die zijn op een andere plek in de wereld allang gelopen, en hoezo dan? Maar ja, kan ik het hard maken? Nee, maar dat gevoel heb ik wel eens altijd Er is natuurlijk wel een groot verschil tussen belastingrecht en letselschade.

Speaker 1:

Daar zitten we in het civiele recht, in het bestuursrecht, waar het belastingrecht onder valt, heb je natuurlijk vastgestelde proceskostenregelingen. Het is zelden, dat je ziet, dat de rechter tot de daadwerkelijke proceskostenvergoeding een overheid veroordeelt, tot het vergoeden van de daadwerkelijke proceskosten. Die zijn vaak een goede belastingadviseur En ik zeg niet, dat Nopero's niet goed zijn maar gewoon een adviseur, die zijn werk serieus neemt, die zit op tijd in zo'n procedure, en de tarieven zijn meestal dermate, dat die proceskostenvergoeding inderdaad een tegemoetkoming is, en meer niet, en meer niet. En wat maakt nou die WOS? en het wetvoorstel is niet alleen voor de WOS, maar ook voor de BPM, waar je ook dat zag, en ook voor verkeersboetes is het, wat daar het kenmerk is, dat er gewoon massale processen zijn aan de overheid, dus er worden massaal beschikkingen afgegeven, in de WOS zelfs jaarlijks worden beschikkingen afgegeven, en aan de kant van de gemachtigde is een bepaalde mate van automatisering mogelijk, zodat de gemoedkoming van die proceskosten is voor hen geen tegemoetkoming, maar dat is meer dan een tegemoetkoming.

Speaker 1:

Dus daar ben ik het ook niet zo bang voor, dat deze praktijk zich heel snel zou uitbreiden, behalve, als je dus ziet, er zijn natuurlijk allerlei mogelijkheden op het gebied van AI, en zowel de Belastingdienst als professionele partijen, die zijn zich aan het robotiseren in AI. Dus vanuit de overheid worden er steeds meer beslissingen geautomatiseerd genomen. Aan de andere kant worden er aan de kant van de gemachtigden en misschien ook in jullie beroepsgroep steeds meer geïnvesteerd in AI En ook geautomatiseerd bezwaarafhandeling misschien Of dienstverlening. In ieder geval. Dus in die zin kan het misschien in meer zaken in de toekomst voorkomen, dat het gewoon in die zin loont, om toch massaal bezwaren en beroep aan te gaan tekenen, omdat je in staat bent, blijkbaar, om dat op een hele efficiëntenmanier te doen.

Speaker 3:

Het is een gevaarlijke evenwicht, want je kunt ook aan de andere kant betouwen, dat de instantie, die die beschikking afgeeft, dat die lui wordt, als de mogelijkheid, dat de benadeelde of de belastingplichtige of hoe je hem ook wilt, aandaden, als die toch niet naar de rechter stapt. ja, waarom zou je dan nog langer je best doen?

Speaker 1:

Ja, neeing daar zeker in het licht van die nieuwe technieken. Dat blijft een onderwerp, dat je aandacht verdient.

Speaker 3:

En ook de komende jaren ook in die zin aandacht blijft, verdienen. Dit dossier is nog niet gesloten, er is geen punt achter gezet, maar hooguit zou je deze ontwikkeling kunnen zien als een comma. Zeker, dat denk ik ook.

Speaker 2:

En wat ik geleerd heb in alle brechtheid, is dat die WEZ, dat die een veel bredere werking heeft, dat wist ik oprecht niet Nou ben ik geen fiscalist, maar dat wist ik echt niet Dat die veel breder is, dan je aanvankelijk zou denken, en dat het daarom alleen al gewoon zin heeft, om daar ook zelf kritisch naar te kijken, om de hoogte de juiste hoogte te laten zijn. En daarnaast van jou geleerd, arjen, is, dat je ook enerzijds, dat je mensen moeten hun recht kunnen halen, anderzijds moet je kritisch kijken naar, of het systeem als zodanig niet te ver gaat, zal ik maar zeggen.

Speaker 1:

Of juist uitlokt op tot praktijken, waar je als maatschappij gewoon niet mee uitkomt, als zowel de rechtspraak als de uitvoerende macht gewoon helemaal lam gelegd worden. Ja, dan snapt iedereen, dat er iets moet gebeuren, maar tegelijkertijd ja, die rechtsbescherming is ook een groot goed, dus het blijft een wankelevenwicht, zou ik bijna zeggen.

Speaker 2:

Ik wil jou ontzettend danken, dat jij dit voor ons uit de doeken hebt gedaan, en we hebben afgesproken, we gaan nog een keer over de honden En de kantelbelasting gaan we nog een keer een aparte aflevering maken Met veel plezier.

Speaker 2:

Heel graag, dank je wel. Dank je wel. Dit was hem weer voor vandaag. Namens Arjen Schep en Sylvester. Bedankt voor het luisteren En heb je een aanleiding van deze podcastvragen? Aarzel dan niet, om contact op te nemen met het register Belastingadviseurs. Ze helpen je graag verder. En voor nu, mijn naam is Koos Holtjes en tot een volgende RB-podcast. Je luisterde naar de RB-podcast, een initiatief van het register Belastingadviseurs, de grootste beroepsvereniging van fiscalisten. Die TV Gelderland 2021 of Google Podcasts of kijk op de website van het Register Belastingadviseurs.

People on this episode